In 1995 ontving Klaas Paul de Boer de opdracht voor het ontwerpen van de nieuwe huisvesting voor de RIAGG. Klaas Paul werd met name uitgenodigd om zijn ervaring met het ontwerpen van gelijksoortige gebouwen in complexe, bijna binnenstedelijke situaties (diverse RIAGG kantoren, Academisch Ziekenhuis Groningen, Dennenoord Groningen, Van Boeyen Oord Meppel). Op basis van een zeer gedegen programma van eisen, aangeleverd door de specialisten van Bureau Bennekom, zijn de eerste ontwerpverkenningen onder de professionele regie van bureau Bennekom in 1996 verricht. Al snel bleek de kwaliteit van het programma van eisen en ook de complexiteit van de situatie. Het uiteindelijke gebouw wordt gekenmerkt door twee vleugels die beide het omliggende stedenbouwkundige weefsel opnemen. Binnen deze twee uitgeknikte volumes ligt het ontsluitingsatrium over 3 lagen. Met behulp van dit atrium, de transparantie in de ontmoetingsknoop en op de uiteinden van de corridors is een basaal overzicht binnen het gehele volume gecreëerd. Het totale gebouw van circa 6.000 m2 is hierdoor zo georganiseerd dat de gebruiker zich altijd kan oriënteren; zowel op de centrale binnenruimte alsook op buiten het gebouw liggende herkenningspunten. Op stedenbouwkundige schaal is deze oplossing ingezet om in de lange zichtlijn van het gebouw een rustpunt te creëren. In de hedendaagse hectische maatschappij en de haast niet meer te sturen stedenbouwkundige planning ontbreekt het aan basale rust. Dit soort strategisch geplaatste tussenvolumes neemt – op een kleiner schaalniveau - de plaats in van de vroeger zo subtiel geplaatste torens. Stedenbouw en architectuur zijn op zich geen doel, ze zijn slechts hulpmiddelen om onze maatschappij te ordenen; ordening die zo noodzakelijk blijkt voor ons welvaren, zeker voor de cliënten van de GGZ.